Op weg naar de Costa de la Luz
Door: tonvanhove4
Blijf op de hoogte en volg Ton
16 April 2011 | Spanje, Zahara de los Atunes
Gisteravond simpel gegeten. Lekkere groentesoep met heel veel groenten, de baas moet de kip nog wel even op de plancha leggen van mij. Dan is die ook prima.
Ik heb er al weer 7 fietsdagen opzitten en begin vandaag op een voor mij bekend gedeelte. Het ziet er heel Engels uit. De rolling country noemde ik het drie jaar geleden in mijn verslag. Ik ben tenslotte vlakbij Gibraltar.
Rijd zelfs nog langs een poloveld, waar men met paarden een soort hockey speelt. Een heel strak gazonnetje in de blakende zon.
Ik zie ook veel roofvogels hier en de eerste ooievaar vliegt voorbij. Even later zullen er nog veel meer volgen.
Na 20 km. sla ik af voor iets nieuws richting Castellar de la Frontera. Het verhaal is dat in de 70-er jaren er in de buurt een stuwdam gebouwd zou gaan worden. De arbeiders moesten uit Castellar komen maar dat lag zo ongunstig om ze iedere dag ter plekke te krijgen dat besloten werd een geheel nieuw dorp uit de grond te stampen: Castellar Nuevo. En de arbeiders wilden maar wat graag naar de nieuwe woningen met alles erop en eraan. Toen het dorp volledig ontvolkt was, is het vervolgens weer ingenomen door Duitse en Engelse hippies. En, volgens mijn reisgids, zouden die er voor een deel nog steeds wonen.
In het begin van de beklimming komt een groep wielrenners naar beneden suizen. “Strong, strong” hoor ik er een naar me roepen. Het valt allemaal nog wel mee, even later daalt de weg zelfs wat.
Dan zie ik ineens het kasteel in volle glorie vóór me. Het ligt volgens de kaart slechts op 259m hoogte, toch ziet diezelfde hoogte ervan hier indrukwekkend uit.
Het wordt een mooie klim. Een paar flinke haarspeldbochten brengen me al snel een eind op weg.
“Chapeau” roept een wielrenner die naar beneden komt. Ja, ze kennen hun talen, de Spanjaarden.
Eenmaal boven bekijk ik het dorpje. Pittoreske straatjes, veel bloemen en planten en inderdaad een paar langharige ouderen. Simon Vinkenoog-achtige figuren.
Heel leuk dat ik dit allemaal gezien heb. Zeer de moeite waard.
Ik daal dezelfde weg weer af en vervolg mijn route richting Los Barrios.
Ik zie een afslag naar deze plaats en kom op een prachtig fietsweggetje uit. Wel even klimmen, dat hoort er hier bij.
Dan kom ik bij een kruising en ik weet ook niet meer hoe ik verder moet. Ik neem maar een bakje yoghurt en even later zie ik een auto aankomen. Ik laat hem stoppen en vraag hoe ik in Los Barrios kom. “Ja, dat hangt ervan af waar in Los Barrios”, zegt de man. “Los Barrios is zo groot”. Duidelijk iemand die wel heel trots is op zijn geboortegrond. Ik weet het niet, de kaart is ook al tamelijk onduidelijk. Ik zoek een hotel in Los Barrios, zeg ik hem. Oh, zegt de vrouw naast hem dan moet je hier linksaf.
Nou dat doe ik dan maar. Even later kom ik bij de snelweg naar Algeciras. Geen probleem hoor om hier op de snelweg te fietsen, er is gewoon niks anders. Even later word ik gepasseerd door de Guardia Civil. Ze vinden het allemaal best. Ter hoogte van Algeciras stop ik bij een hotel. Het is een luxe tent, wat geeft het.
Ik douche lekker in de ruime badkamer en ga daarna een biertje drinken en wat lezen in de patio bij de bar. De barman is wel zo chagrijnig dat ik besluit te verhuizen naar een tentje aan de overkant van de snelweg. Daar heb ik het prima naar mijn zin. Ik zit nog te dubben of ik een klacht zal indienen bij de receptie van het hotel.
In ieder geval ga ik er wel eten. Nou, dat wordt ook niet echt een succes. Het eten is uitstekend, alleen lopen er twee obers rond, die er een wedstrijd van maken hoe ze hun gasten zo snel mogelijk weer de tent uit krijgen. Tijdens het toetje krijg ik al de rekening voor me om er mijn handtekening op te zetten. Jammer, want het hotel is prima.
Op mijn kamer kijk ik nog even hoe de recensies zijn over dit hotel. Een 8,5 krijgt het, iedereen is zeer tevreden. Het personeel is oh zo vriendelijk. Ben ik nou gek? Ik ga lekker slapen.
DONDERDAG 14 APRIL – TARIFA – 24 KM.
Heerlijk geslapen, terwijl de snelweg hier pakweg 30m. vandaan ligt. De aardige receptionist van gisteren vraagt welke kant ik opga en wenst me een goede reis.
Een paar kilometer over de snelweg, hier is het heel gewoon. Ben toch blij, als het een stuk rustiger wordt en daarmee ook tweebaans.
Ik wilde via het binnenland naar Tarifa gaan, alleen ik kan de weg niet vinden. Dus dan toch via de gebruikelijke weg. Het wordt daarmee een makkie, slechts 24 km. Nog wel een colletje. Van zeeniveau naar 340m; ik moet er nog wel iets voor doen.
De laatste kilometers daal ik sterk af naar Tarifa. Ik moet het stuur goed vasthouden, want het waait hier flink.
Bij Hostal Alameda waar ik de vorige keer logeerde geniet ik van een biertje. Half in de zon en uit de wind . Ik zie op mijn telefoon dat de mevrouw van het hotel gebeld heeft met de vraag hoe laat ik denk te komen. Als ik bij het hotel aankom is het dicht. Ik bel het nummer. Over 10 minuten komt ze. Als dat maar geen Spaanse minuten zijn. Nee hoor, even later is ze er en ze is geen Spaanse maar een Engelse.
Ze laat me een prachtige kamer zien, geeft me bonnetjes om ergens te gaan ontbijten en de sleutel.
Ik op mijn beurt betaal haar de rekening, ze wenst me een prettig verblijf en gaat er weer vandoor. Ik ben de enige gast.
Na de douche het plaatsje in. Op een terras lees ik in mijn nieuwe boek. De Vrome Zondaars heb ik uit. Ik weet er nu alles van. Ben klaar voor de Semana Santa. Nu lees ik het boek FC Dood van Bart Chabot. Voor mij als geboren Hagenaar een zeer vermakelijk boek. Losse verhalen, typische Chabot-humor met als rode draad interviews met de vier leden van The Golden Earring.
Ik loop wat door de wirwar van steegjes van de oude stad. Er loopt een hoog gehalte hippieachtig volk rond, jong en oud; veel staartjes. Door de vaak harde wind hier in de Straat van Gibraltar is Tarifa erg gewild bij windsurfers. Misschien zijn zij het wel.
Ik ga een kerk binnen en zie dat alle draagbaren met Maagden of Christusfiguren er prima verzorgd bijstaan. Semana Santa kan beginnen.
’s Avonds maak ik een tapastour door de oude stad. Het is erg gezellig. Veel kleine kroegjes met alleen de baas achter de tap. Hij moet er hard voor werken en iedere keer als ik afreken blijkt dat voor een grijpstuiver te zijn. In een van de tentjes praat ik uitgebreid met een man uit Granada die hier vandaag voor zijn werk is.
In mijn mooie hotelkamer werk ik nog wat aan het verslag. Ben benieuwd hoe het morgen zal zijn. Ik ga naar Afrika. Met de boot van 11 uur vertrek ik morgen naar Tanger. Toch wel spannend,
VRIJDAG 15 APRIL – TANGER – MET DE BOOT
Om 9 uur sta ik op. Volkomen uitgeslapen, de Engelse lady heeft voor een uitstekend Kingsize bed gezorgd. Ik ga naar de door haar aanbevolen bar voor het ontbijt.
Om half 11 ben ik bij de haven, nieuwsgierig wat de dag van vandaag zal brengen.
De enorme catamaran brengt me in bijna een uur naar de overkant. Aan boord alvast de paspoortcontrole . De douaneman heeft een strategische positie in het midden van het schip ingenomen, waar een lange rij mensen staat te wachten. Het is weer het bekende plaatje van het vliegveld, waar ook altijd iedereen het eerste binnen of buiten wil zijn.
Ik ga lekker aan het raam zitten,, waar ik minuscule vissersbootjes voorbij zie varen. Geen dolfijnen of walvisachtigen, waar ik op gehoopt had. Ze moeten er wel zijn.
Als we bijna in Tanger zijn is de rij bij de douane verdwenen. Ik krijg een stempel in mijn paspoort van de norse man. Bij het verlaten van de boot wordt dan gecontroleerd of je dat stempel wel hebt.
Daarna begint het. Van alle kanten komen er mannetjes op me af. Allemaal gidsen en ze willen me allemaal Tanger laten zien. Als ik er een heb afgewimpeld komt de volgende er al weer aan.
En allemaal met alarmerende berichten. De mensen zullen je lastigvallen, ze hebben geen werk, ze beroven je, etc.
Aan de kade drink ik eerst maar eens een kop koffie. Uitstekende koffie, de man vraagt er een euro voor en ik krijg zelfs nog wat Marokkaans muntjes terug.
Inmiddels ben ik er achter hoe de route naar de kasbah, de bovenstad gaat. Al heel snel worden de straatjes smaller en smaller. Van alle kanten word ik aangesproken. Bij een winkel met een soort leren pantoffels blijf ik even kijken. De man ruikt zijn kans. Hij laat me de hele winkel zien. De Spanjaard van gisteravond had me al gezegd, dat er onderhandeld moest worden. Ik weet dus wat er komen gaat. De man wil 38 euro voor zijn pantoffels hebben. Dat is me te gek, ik ga niet verder dan 15. Na een hoop gesoebat komen we uit op een prijs van 18. Iedereen blij, alleen wat duurt het lang.
Even verderop koop ik een paar ansichtkaarten. Voor postzegels moet ik net als in Spanje bij de tabakswinkel om de hoek zijn.
Om de hoek is een wel heel smal steegje. Ik word van alle kanten besprongen. De een heeft nog interessantere waar dan de ander. Met een man in witte jurk ga ik zijn winkeltje in. Hij geeft me een prachtige show van de specialiteiten die hij zoal in de aanbieding heeft. Van diverse kruiden, anti-snurkspul tot hennalipstick, dat gegarandeerd 24 uur blijft zitten ook bij intensief kussen. Dit alles gaat gepaard met diverse geluiden, zoals een kraaiende haan voor de kipkruiden, gesmak voor de lipstick tot snurkgeluiden voor zijn wondermiddel.
Ik plaats de volgende bestelling: het anti-snurkmiddel (dan weet ik tenminste zeker dat ik belazerd word), een pakje saffraan en een middeltje van saffraan tegen kapotte lippen. Samen met de 4 postzegels voor Holland, die zijn broer inmiddels gehaald heeft zou ik hem 14 euro verschuldigd zijn.
Ik doe nog een poging er wat vanaf te krijgen. Als hij weer aan zijn riedel begint, hoe hij me al geweldig gematst heeft, geef ik hem gauw de 14 euro om er vanaf te zijn.
Tot slot stelt hij me zijn vriend Said voor die me wel even naar de bovenstad zal brengen. Ik geef me helemaal over en het blijkt een gouden greep te zijn. Met Said aan mijn zijde word ik ineens niet meer lastig gevallen. Ik voel me prima op mijn gemak bij deze man en hij laat me uitgebreid het oude Tanger zien.
Ik kom in een volkomen andere wereld terecht. Piepkleine winkeltjes waar brood gebakken wordt, kleding gemaakt wordt of groente en fruit verkocht worden. Ondertussen roept de imam op voor het vrijdaggebed.
Said laat me het huis zien van Jean Paul Belmondo op de top van de heuvel. Of hij nog leeft weet hij niet. We komen langs het voormalige consulaat van de Verenigde Staten, de eerste buitenlandse vestiging van de VS. Langs Duitse grafzerken. Uit de tijd dat Tanger een internationale stad was. De jaren 40 en 50 van de vorige eeuw. Orson Welles, Ernest Hemingway, Jack Kerouac.
We bezoeken de medina, waar kleurrijke Berbervrouwen hun groente en fruit verkopen. Kratten vol met levende kippen. De geur van allerlei kruiden.
Ik ben erg blij met mijn gids. Alleen had ik het nooit allemaal gevonden in deze wirwar van steegjes.
Waarschijnlijk was ik er ook nooit meer uitgekomen.
Bij het afscheid op een plek waar ik de haven weer weet te vinden, bedank ik hem en geef hem 25 euro voor de moeite. Hoewel hij nog een poging doet er 30 van te maken, is hij zeer tevreden.
Aan de kade bestel ik tajine met kip. En een biertje, maar dat zit er hier niet in. Een colaatje en een mierzoete muntthee worden het. De kip met heel veel groenten is overheerlijk. Broodmagere katten sluipen rond, ook zwervers die, als iemand vertrekt en nog wat op zijn bord heeft laten liggen, dit proberen te bemachtigen.
In eerste instantie schelden de obers ze het terras af; na wat onderhandelen mogen ze het bord meenemen als ze het maar een eind verderop opeten. Schrijnend om te zien. Als ze het bord terugbrengen worden ze weer door de obers uitgescholden.
Ik besluit de boot van 16 uur (17 uur Spaanse tijd) terug te nemen. Heb het hier wel gezien. Ik vond het een bijzondere dag, ben heel blij dat ik het allemaal gezien heb. Ik ga ook weer graag terug naar mijn Spanje. Het continue op je hoede moeten zijn is me wel erg tegengevallen.
Ik loop terug naar de haven. Vanmorgen kreeg ik hier allerlei types op me af die iets van me wilden. Nu niet, het valt me op. Toch word ik nog een keer aangesproken. Ja, hij had me vanmorgen al op de boot gezien. Hij werkt op de boot in de bar. Welke boot ik neem? Die van 4 uur? (Het is kwart over drie). Nou dan moet ik wel heel erg opschieten. Als ik hem wat geef, regelt hij wel dat ik alsnog langs de douane kom. Want dit is Afrika en anders moet ik 2 uur wachten.
Ik twijfel maar trap erin. Voor 5 euro brengt hij me naar de douane en vervolgens sta ik een half uur bij de boot te wachten om er op te komen. Nou ja , wat maakt het uit, ik kan er wel om lachen.
Het is een mooi gezicht te zien wat voor vehikels er de boot komen afrijden. De een nog hoger beladen dan de ander. Als laatste komt er een bestelwagen met een lekke achterband de boot afrijden.
Ik ga op het kleine achterdek zitten. Lekker in de zon,, beschut tegen de behoorlijk felle wind.
Op volle zee gaat de enorme boot nog flink tekeer. Je moet zeebenen hebben om nog op het dek te kunnen lopen. Ja, dat is wat anders dan het overtochtje naar Schiermonnikoog.
Ik ben blij terug te zijn in Europa. Even later als ik op het terras in de zon zit, zie ik dat Coby me een sms gestuurd heeft. Ze heeft haar meditatieweek in Winterswijk erop zitten.
Natuurlijk bel ik haar meteen. Wat ben ik blij na een week radiostilte haar stem weer te horen en ook dat ze daar zo’n fijne tijd gehad heeft. En ik kan mijn Afrikaanse indrukken meteen met haar delen.
Ik loop naar mijn kamer en trek mijn trui aan; het is een beetje fris geworden.
Tapear, vroeg naar bed, ik ben moe van alle indrukken.
Na Afrika volgende week Semana Santa. Ik ben er helemaal klaar voor.
-
16 April 2011 - 21:08
Marjan Uit Heino:
Ha Ton,
'k Zie net je nieuwe reisverslag
binnenkomen. Daar ga ik morgen eens goed voor zitten. Voor nu, welterusten en morgen, gezond weer op! :-)
Groetjes,
Marjan
-
17 April 2011 - 07:00
Hans En Marianne:
Ha Ton,
Het is weer een mooi verhaal. Ook heel herkenbaar hoe je aan de overkant wordt benaderd door allerlei lieden, die ook een graantje willen meepikken. Nu weer terug in Spanje en genieten van de totaal andere sfeer. Wij vertrekken vandaag richting het zuiden. De weersvoorspellingen voor de komende week in Spanje/Portugal zijn niet zo mooi als ik Frankrijk. We gaan dan ook maar kalm aan doen en blijven vooral in de zon in Frankrijk. Gevolg is dat we je waarschijnlijk niet zullen treffen in Zuid-Spanje. Jammer.
Voor ons geen Spaanse processies dit jaar.
Een mooie tocht gewenst en we volgen je verslag vanuit de bus.
Groet,
Hans & Marianne -
17 April 2011 - 15:05
Marjan Uit Heino:
Was ik weer...
Heb je verslag gelezen en ben erg onder de indruk.
Wat ik ook zo geweldig vind is dat je door de bijgevoegde foto's alles nóg dichterbij weet te brengen. 't Is net of ik over je schouder mee kan kijken.
Dankjewel!
Tot de volgende keer!
Groetjes,
Marjan -
17 April 2011 - 21:05
Aad V.d. Thoorn:
Hoi Ton, altijd een enorm contrast om aan de andere kant van de zeestraat te zijn...Ik vond de laatste etappes trouwens wel een beetje kort! Je gaat toch ook Conil bezoeken? We hebben daar een heerlijke vakantie gehad. Buen viaje! -
18 April 2011 - 16:03
Jasper:
Ha pap!!
Blij te lezen dat alles goed gaat en je zoveel meemaakt! Vooral het verhaal over je Afrika uitstapje vond ik erg leuk! Het lijkt me erg bijzonder om dat mee te maken. Die mensen in Tanger zullen wel grof geld verdienen als ik zie wat jij daar betaalt voor een paar kleine dingetjes. Daar is een euro natuurlijk veel meer waard dan hier! Die sport met paarden noem je trouwens polosport!! Heel veel plezier nog en tot horens!
Jasper -
22 April 2011 - 09:35
Prem Van Wijk:
Ton, Tanger, wat een wereld, hè.
En ja, jij bent/lijkt rijk en zij zijn/lijken arm en dus... we gaan met hem aan het werk - ze zijn daar behoorlijk fantasierijk en ondernemend. Herinner me dat mijn broer mij ooit zei dat hij in Fez een djellabah - geloof dat je het zo schrijft - aantrok, capuchon over het hoofd. Werkte prima. Kan zijn dat jij met jouw postuur dan toch vlot door de mand gaat...
Geniet. Prem
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley