CÁDIZ, WAT EEN STAD!
Door: tonvanhove4
Blijf op de hoogte en volg Ton
21 April 2011 | Spanje, Cádiz
Tegen tienen word ik wakker, ik had de luiken dicht vanwege de wind. Als ik ze omhoogtrek blijkt het geheel bewolkt te zijn. Drie jaar geleden was ik hier om een dagje aan het strand te liggen. Toen begon die dag de Levante. Er kwam helemaal niets van zonnebaden. En dit jaar weer niet dus.
In de krant bij het ontbijt zie ik dat ook de meerdaagse voorspellingen wat minder zijn. Mijn beoogde stranddag overmorgen in Cádiz kan ook wel eens de mist in gaan. Het begint nu zelfs te regenen. Nou ja, even afwachten nog maar , ze zitten er hier wel vaker naast met hun voorspellingen.
Ik werk het reisverslag verder bij, verstuur het ’s middags samen foto’s en twee filmpjes. Van de filmpjes wordt alleen de eerste minuut meegenomen. Ze duren in werkelijkheid wat langer en geven een aardig beeld. Jammer. Toch vind ik het al heel leuk dat het gelukt is.
Ik lees wat in mijn boek. Om 4 uur breekt de zon weer door en ik ga naar buiten. In Conil blijkt het Montag Ruhetag te zijn.
Aan de boulevard vind ik een plekje uit de wind en in de zon. Ik maak wat aantekeningen over de dag van vandaag als een Duits stel me komt vragen of ik schrijver ben. Het moet niet gekker worden. Ze hangen aan mijn lippen als ik ze vertel dat het om indrukken gaat voor mijn reisdagboek. Omdat ik ze anders vergeet.
Het weer klaart zienderogen op; de trui kan weer uit. Ik lees wat verder in mijn boek, merk dat ik af en toe indut. Dat kan natuurlijk niet dat ik hier op het terras ga zitten snurken en ik heb het anti-snurkspul uit Tanger niet bij me.
Ga maar even terug naar mijn kamer. Een half uurtje de ogen dicht.
Daarna wat eten. Kom in een bar terecht waar op een gegeven moment een hele groep Duitsers o.l.v. een Spaanse binnenkomt. (Het zijn steeds Duitsers). Ik vraag aan een vrouw of ze op tapastour zijn. Ja en ze volgen hier 2 weken Spaanse les.
Ik houd het voor gezien en loop terug naar mijn hotel. Opeens zie ik dat Bar Los Hermanos open is.
In totaal ben ik 4 dagen van mijn leven in Conil geweest. Altijd was deze bar dicht, terwijl die me steeds van alle kanten werd aangeraden. Ik twijfel en geef me snel over. En ik heb geen spijt. Een ouderwetse tapastent. Mijn buurman heeft iets lekkers op zijn bord. Ik vraag wat het is. Mojama, een soort van Jamón de Atún. Ham van tonijn. En het is overheerlijk. Weer iets geleerd.
Het blijft een belevenis zo’n tapasbar. Een heleboel geschreeuw naar de keuken en toch krijg je keurig wat je besteld hebt. En wat ook heel duidelijk is, is de hiërarchie onder de jongens achter de bar.
Hier wordt met een krijtje op de marmeren bar opgeschreven wat je zoal besteld hebt.
Ik blijf er niet zo lang. Als je ooit in Conil de la Frontera komt ga dan vooral naar Bar Los Hermanos (als die open is tenminste). Ik laat een fooi liggen. Er wordt luid gebeld, als ik de deur uitga.
Thuisgekomen blijkt Coby al drie keer gebeld te hebben. We kennen elkaar vandaag 8 jaar. Hoe kon ik dat vergeten? Stom. Geen idee van de dagen.
Ik bel haar terug tot mijn beltegoed op is.
Dinsdag 19 april (Martes Santo) - Cádiz – 52km
Prima geslapen, de storm is voorbij, wel bewolkt. Ontbijt met jam, de tomaten zijn op. Ik neem afscheid van de baas en vertrek richting Cádiz.
Ik probeer een rustig weggetje te vinden, niet hier meteen de N weg op. Uiteindelijk beland ik op een niet geasfalteerde weg en krijg al heel snel een lekke band. Alle bagage eraf. Dan twijfel ik of de band wel echt lek is. Pomp hem nog maar eens op en besluit dan toch de band te verwisselen.
Ik vraag iemand de weg want ik heb geen idee meer waar ik ergens ben. Even later kom ik weer bij de zee. Verderop links van me zie ik Conil liggen, ik ben niet erg opgeschoten. Zeker een rondje gefietst.
Ik weet weer waar ik ben en dan gaat het snel. Even later kom ik op de N340. Die is heel rustig, want de nieuwe snelweg loopt er vlak naast. Het begint wat te regenen. Dwars door Chiclana de la Frontera en dan is het de grote vraag hoe het verder gaat. Linksom (de kortste weg) of rechtsom de Baai van Cádiz (de langste weg). Het wordt linksom. Het is een snelweg; je mag er wel met de fiets op. Het is alleen geen pretje. De vluchtstrook hebben ze ingeruild voor een derde rijstrook. Het gaat allemaal goed, hoewel het steeds harder gaat regenen. Zo’n 15 km fiets ik in de stromende regen over de snelweg en dan komt Cádiz in zicht. Het hotel is makkelijk te vinden. Zeiknat kom ik er aan.
Het is een van de betere hotels deze reis; ze kijken er niet van op dat ik zo doornat binnen kom stappen.
Na de douche de stad in. Ik heb bij de receptie een plattegrond en het programma van de processies gekregen. Bij de kathedraal zie ik het begin van de processie die vanuit de Santiagokerk vlak naast de kathedraal vertrekt. De stoet zal vervolgens dwars door de kathedraal gaan en dan verder. De Spanjaard naast me zegt dat het veel later begint vanwege de regen. En prompt begint het te miezeren. Hij biedt me een plekje onder zijn paraplu aan en moet daardoor wel zijn hand heel hoog de lucht in houden. Om zeven uur begint het spektakel, ruim een uur later dan gepland. Vanaf mijn plek kan ik goed zien hoe ze met zo’n gevaarte een haakse bocht maken.
Daarna wat eten. Een barretje is hier snel gevonden. Tine belt, wat leuk, alleen is het zo’n herrie hier; ze is niet te verstaan. Ik zal haar later terugbellen.
Ik loop wat door de binnenstad. Ik weet allang niet meer waar ik ben. Het is druk en gezellig. Veel straatjes zijn afgesloten, omdat er een processie doorheen komt. Er zijn er vijf vanavond.
Ik kom langs een prachtig café vol vaten met Manzanilla. Manzanilla komt uit het naburige Sanlúcar de Barameda en is de tegenhanger van sherry uit Jerez. Ik neem een glaasje fina uit het vat. Heerlijk .
Even later komt een jonge vrouw aan de bar staan, ze bestelt een andere Manzanilla. Ik hoor dat ze niet van hier is en vraag of ze ook een turista is. Sí, soy de Los Estados Únidos. Dan kunnen we ook Engels praten, zeg ik en dat wil ze ook liever. Ze komt uit Los Angelos, heeft Spanje tien jaar geleden ontdekt en is hier sindsdien ieder jaar een keer geweest. Vandaag is ze naar Sanlúcar de Barameda geweest en daar hoorde ze over deze Bodega. We hebben een leuk gesprek en hebben wat Spanje betreft heel veel met elkaar gemeen.
Ik neem voor een euro de bus naar huis; daar ga ik dat hele end niet voor lopen. Ik bel Tine nog even op. Wat leuk dat ze me belde. Ja, je bent nu veertien dagen weg, ik vond het tijd om eens even te bellen.
Slapen doe ik uitstekend in mijn kingsize bed hoewel het hotel aan een zeer drukke weg ligt. Tot ik om kwart voor drie wakker word. De televisie van de buren staat op bejaardenstand. Een paar keer bonken op de muur is voldoende. Het idiote van dit hotel is dat als je bij binnenkomst de kaart voor de elektriciteit in de gleuf doet, de televisie meteen begint te spelen. Ook al heb je hem helemaal uitgezet als je weggaat.
Al snel ben ik weer in een diepe slaap.
WOENSDAG 20 APRIL (MIERCOLIS SANTO) - CADIZ - RUSTDAG
Vanuit mijn hotel loop ik een straatje van 50 meter uit en ik ben aan het strand. Vandaar uit loop ik langs de boulevard naar de stad. Langs het Playa de Victoria; het seizoen moet hier duidelijk nog beginnen, de eerste strandtent wordt opgebouwd. Onderweg ergens ontbijt en weer verder langs de zee. Er zijn toch nog een paar diehards op het strand en ook veel surfers.
Vanaf de boulevard heb ik een prachtig uitzicht op de kathedraal met zijn gele koepel.
Eenmaal in de stad ga ik eerst een kijkje nemen bij de markt. Vóór de markt staat een vrouw met een standje met allerlei verse kruiden en ook een kist met rupsen. Een man koopt er wat van en beklaagt zich bij de vrouw over de volgens hem te hoge prijs. Als hij zich er bij neergelegd heeft, vraag ik de man waar je die rupsen voor gebruikt. Hij vertelt me dat het voor zijn zoontje is; het is een gebruik hier. Het kind moet de rupsen goed verzorgen, zodat ze zich tot vlinders kunnen ontwikkelen. En dat betekent dan een lang leven voor het kind.
Met dit mooie verhaal ga ik de markt in. Een prachtige markt met de lekkerste dingen. Vis, groente, fruit, kruiden, etc. Ik koop wat néspero’s, de vruchten die in het begin van de reis nog niet helemaal rijp waren. Ik koop ook wat kruiden; de fietstassen zullen weer lekker gaan ruiken. Ik zie chufas liggen, waar ze in de buurt van Valencia horchata van maken, een heerlijk drankje. Ik vraag of ik er een mag proeven. Ze zijn hard, niks aan. Nee, zegt de vrouw, je moet ze weken in water.
En in een barretje langs de markt hebben ze prima tapa’s, zo merk ik. Vis met groente is de bestelling. Een goede keus zegt de man achter de bar en hij geeft er nog wat zijn eigen favoriet bij. Plakjes wortel in het zuur met heel veel knoflook. Het is smullen. De vis met de groente lijkt heel veel op de tajine in Tanger.
Er gebeurt hier van alles in Café Bar El Cuco, dat volgens het bijbehorende plaatje op de menukaart de koekoeksklok moet betekenen. En ja hoor om de hoek hangt een Oudhollands exemplaar.
Er komen muzikanten binnen. Het is niet veel soeps. Natuurlijk willen ze toch wat geld. Vooruit en jullie op de foto dan.
Ik breng een bezoek aan de Torre Tavira. In de 17e en 18e eeuw hadden de rijke reders torens op hun huizen laten bouwen om van daar uit te kunnen zien of hun schepen binnenvoeren. Sommigen, zoals bij deze Torre Tavira met 45 meter de hoogste van de stad, hadden de toren voorzien van een periscoop. De periscoop maakt nu deel uit van een grote camera obscura. Wij (zo’n 10 bezoekers) krijgen een leuke show in een mix van Spaans en Duits en zien Cádiz van bovenuit. Vrouwen die de was afhalen op het dakterras, auto’s in de smalle rechte straten, mensen die op de pleinen rondlopen. Bovenop de toren kun je alles zonder tussenkomst van de periscoop zien. Alle wachttorens die je hier ziet zijn vierkant. Eén is er achtkantig. Vanaf de straat zul je deze toren nergens kunnen zien. Hier boven wel.
Er schijnt een album van Kuifje te zijn, waar deze toren in voorkomt, want er hangt een grote tekening van op de trap naar boven.
ik dool weer wat verder door de stad. Cádiz is overzichtelijk. Veel rechte, smalle straten en de binnenstad is niet zo groot. Cádiz is oud. De oudste nederzetting van Spanje, misschien wel van Europa. Twee eeuwen vóór Christus werd deze landtong al bewoond. De Romeinen hebben er gezeten, noemden het Gades.
En nu, heel veel later loop ik in de Calle Sacramento langs banketbakker Alameda en kan de aanblik van zijn koekjes niet weerstaan. Ze zijn overheerlijk, veel minder zoet dan ze lijken
Ik bekijk van buiten het Gran Teatro Falla, genoemd naar de Spaanse componist Manuel de Falla die hier vandaan komt.
Dan op zoek naar de processie van vanavond. Ik kies voor die vanuit de Iglesia de la Merced(van de Genade) en stel me op in het hele smalle straatje dat naar de kerk leidt.
En dan is het wachten op wat komen gaat. De muziek komt het straatje door richting kerk. Een hele grote banda de música dit keer, zoals alles hier veel groter is dan van de week in Conil.
Het wachten wordt beloond. Prachtige muziek klinkt, de kleine trompetten (een kornet volgens mij) klinken schel door het smalle straatje. El Paso (de draagbaar), dit keer Sentencia (het vonnis) genaamd, kan er maar net door. Er moet hier ook rekening gehouden worden met de vele balkonnetjes. Maar het lukt, natuurlijk lukt het, onder veel applaus. Want ze doen dit al zo lang hier.
Daarna is het wachten op de paso met Maria. Ook weer met muziek, dit keer wat minder spectaculair.
Anderhalf uur later mag ik ergens een wijntje gaan drinken. Het is mooi geweest. Ik ben vlakbij de bodega van gisteren en neem daar weer een Manzanilla Fina. Vóór mij is er net een buitenlands gezin binnengekomen. Onduidelijk wat ze zijn. Soms hoor ik iets Nederlands dan weer Duits. Luxemburgers misschien. De man gedraagt zich alsof hij zich alles kan permitteren en als het vooral maar típico Español is. Turistas, zegt de barman tegen mij als ze weg zijn. Ik ben ook een turista, zeg ik. Ja, maar anders.
Hier is Kuifje kennelijk ook geweest. Een mooie tekening getuigt ervan.
De man hier heeft heerlijke olijven, alleen daar houdt het toch echt mee op. Ik moet wel het adres onthouden: Calle Feduchy.
Op de hoek hebben ze wel tapa’s, dus daar word ik klant. Ik geef maar weer een tip voor als je toevallig in Cádiz bent. Bar El Cañon, Calle Rosario 49 en neem dan vooral een tapa Manolito. Prima tent, aardig personeel en wat werken ze toch vreselijk hard.
Het loopt tegen tienen en ik ben moe van het geslenter de hele dag door de stad. Ik denk, dat ik zo de bus weer eens neem naar mijn hotel. Morgen naar Jerez de la Frontera.
Maar dan blijkt dat de avond nog lang niet ten einde is. Een jong Duits stel vraagt me wat ze moeten bestellen hier. Terwijl ik ze adviseer, zie ik ineens Carlien Meesters binnenstappen, een oud collega van de Riagg en Altrecht. Het schijnt dat ik haar ooit heb aangenomen (collega Bram was met vakantie of zo) en dat ik haar veel te laag zou hebben ingeschaald. Volgens Carlien tenminste. Inmiddels zit ze al sinds mensenheugenis op haar maximum, maar ze blijft me onder mijn neus wrijven dat ik haar carrière om zeep heb geholpen. Toch kunnen we het prima met elkaar vinden. Ook nu. Ze is hier een weekje met haar vriendin Marlies en hun kind(eren). Natuurlijk drinken we wat. Wat een verrassing, wat een toeval op het einde van de avond.
Ik neem afscheid van ze. Op weg naar de bus kijk ik nog even vanuit straat naar de tv in een kroeg. De bekerfinale tussen Real Madrid en Barcelona ; er is nog 20 minuten te spelen, de stand is 0-0.
Het is een soort kluitjesvoetbal; heel knap hoe Barcelona zich nog een weg naar het doel weet te vinden. De emoties lopen hoog op in de kroeg. Van beide clubs zijn er supporters. Een straatje verder hoor ik een processie langskomen. Twee verschillende werelden.
Bij de verlenging ga ik er vandoor. De buschauffeur rijdt als een bezetene over de Avenida de Andalucía. Er staat vast een tv bij de eindhalte. Nu heeft hij de radio keihard aan.
Het wordt uiteindelijk 1-0 voor Real.
Wat een avond was het, wat een stad, wat een land!
-
21 April 2011 - 20:01
Wendy En Marten:
Hola Ton,
We kijken er naar uit om je verhalen te lezen en we worden dubbel en dwars beloond. Wat een feest om dit te lezen, zo echt dat het lijkt of we bij je zijn.
Heerlijk om te lezen hoe je open staat voor alle ontmoetingen en daar met volle teugen van geniet.
Dank je wel en blijf nog lang schrijven.
Veel liefs, uit een zomers Oosterbeek.
ps:De boeren hier willen regen, de Paasvuren gaan niet door want het is te droog en wij zitten te verknetteren in de tuin. Heel niet slecht!
Vrolijk Pasen alvast.
-
21 April 2011 - 20:02
Wendy:
Wie is toch die man achter je op je foto? -
22 April 2011 - 07:43
Lenneke:
Hallo Ton,
Het is heel leuk om op deze manier met je mee te 'reizen'. Je verslagen zijn heel beeldend en vooral de beschrijving van de lekkere tapas...
Ik krijg echt zin om de fiets en het vliegtuig te nemen...
Veel plezier nog op je ontdekkingstocht!
Ook groeten van Elias, Frouzan en Neram,
Lenneke -
22 April 2011 - 09:44
Prem Van Wijk:
Ton, wat een contrast. Jij op dinsdag de 19e op de fiets in de regen en ik in de zon. De omgekeerde wereld zou je zeggen.
Leef en beleef, Prem
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley